Bedrijven streven in toenemende mate naar vermindering van hun milieubelasting en verduurzaming van hun logistiek. omdat dat duurzaamheid niet alleen gaat over toekomstige generaties en een groen imago, maar omdat er met verduurzaming geld te verdienen valt. Elke kilogram CO2 die bespaard kan worden levert 50 cent aan in energie geïnvesteerd geld op. Duurzaamheid is een concurrentiefactor van betekenis geworden.
Verladers en vervoerders kunnen nog veel besparen door in te zetten op schone en zuinige voertuigen, , alternatieve vervoerwijzen (zie ook onder Modal shift) en samenwerking met klanten, toeleveranciers en collega-ondernemingen. De adviseurs van Amsterdam Consultants hebben een uitgebreide praktische ervaring met het scannen van de mogelijkheden voor verduurzaming van de logistiek en het begeleiden van bedrijven bij de ontwikkeling en invoering van verbetermaatregelen.
Amsterdam Consultants begeleidt bedrijven bij het behalen van de Lean and Green award en is preferred supplier bij Connekt.
Jaar: 2013
Opdrachtgever: Stadsregio Rotterdam en Gemeente Barendrecht
Sector: Agro en food
De gemeente Barendrecht wil samen met haar inwoners en ondernemers werken aan een duurzame toekomst en heeft daarvoor de Duurzaamheidskring opgericht. Een van de activiteiten die door deze Duurzaamheidskring zijn gestart is gericht op de efficiency van de logistiek van de AGF handelsbedrijven in de gemeente. Vanuit de Stadsregio Rotterdam wordt een bijdrage geleverd in de vorm van financiering van vervoerscans die bij vijf bedrijven in Barendrecht door Amsterdam Consultants worden uitgevoerd.
Jaar: 2013
Opdrachtgever: Provincie Zuid-Holland
Sector: Agro en food
Er bestaan plannen voor een spoorterminal voor vers-stromen in Bleiswijk. Amsterdam Consultants heeft onderzocht wat vanuit de in Bleiswijk en omgeving gevestigde bedrijven de voorwaarden zijn om van deze terminal gebruik te maken. De goederenstromen zijn in detail geinventariseerd.
Jaar: 2012
Opdrachtgever: Stadsregio Amsterdam
Sector: Retail
Het beleveren van winkels en bedrijven in binnensteden in de dagrand (na 19:00 uur en vóór 7:00) levert logistieke voordelen op. Enkelegrote retailers passen al dagranddistributie toe. De Stadsregio Amsterdam heeft samen met EVO en TLN aan Amsterdam Consultants gevraagd om voor de regio het potentieel van dagranddistributie in kaart te brengen.
Lees meerLees minderOp basis van de gesprekken met de 21 bedrijven, 8 vervoerders en 13 verladers, kan geconcludeerd worden dat er nog een substantiële groei van dagranddistributie te verwachten is. Het aantal bedrijven dat benaderd is voor dit onderzoek dat nu reeds dagranddistributie toepast groeit met 30 % in de komende twee tot drie jaar: van 9 naar 12 bedrijven. Het aantal ritten in de dagranden stijgt met 86 %, van een kleine 170 naar 310 ritten per week bij de onderzochte bedrijven.
De grootste groei in dagranddistributie is te verwachten in het segment supermarkten. Alle vier de onderzochte bedrijven geven aan in de toekomst meer aan dagranddistributie te gaan doen. Het aantal ritten bij deze bedrijven stijgt van ca. 140 nu naar ca. 230 per week in de nabije toekomst. Daarnaast zijn de warenhuizen en grote ketenbedrijven grote groeiers (van 10 naar ruim 30 ritten per wee) en de horeca, catering en zorg (van ca. 10 naar 40 ritten per week). De distributie naar de kleinere winkels zal naar verwachting niet naar de dagranden kunnen verschuiven, de bemensing van de winkels is hier de grote belemmerende factor.
Grote knelpunten ten aanzien van infrastructuur zijn er niet gesignaleerd. De verwachte groei van het verkeer en de stijgende transportkosten zullen leiden tot een grotere druk om het distributiesysteem te wijzigen. De problemen zijn momenteel echter nog niet van dien aard dat een revolutie op dit gebied te verwachten is. De voordelen van dagranddistributie zijn voor de bedrijven wel evident: de transportkosten kunnen dalen doordat men geen last van files heeft, winkelstraten nog niet zijn versperd door lossende voertuigen en de bezettingsgraad van de vrachtwagens kan stijgen doordat ze meer uren per dag kunnen worden ingezet. Deze voordelen spelen niet alleen in de binnensteden, wat verklaart dat dagranddistributie ook buiten de binnensteden plaatsvindt en ook daar naar verwachting zal groeien.
De regels voor de toepassing van dagranddistributie zijn duidelijk, al worden ze wel als streng aangemerkt. Er zijn relatief weinig problemen voor bedrijven die dagranddistributie al toepassen.
Veel meer problemen worden ondervonden door de steeds latere openingstijden van winkels. Voor een efficiënte logistiek is het rampzalig wanneer een groot aantal adressen alleen tussen ca. 9:30 en 11:30 beleverd kunnen worden. Een oplossing door middel van dagranddistributie biedt weinig soelaas wanneer het kleinere winkels en horecagelegenheden betreft, waar het personeel niet speciaal voor de belevering drie of meer uur eerder op het werk kan komen. Ook voor ‘lastige’ producten zoals verse waar en dure producten is dagranddistributie erg moeilijk in te voeren.
Van belang is dat de overheid met het bedrijfsleven de dialoog aan blijft gaan. Dan ontstaat wederzijds begrip voor de problemen en kunnen vernieuwingen sneller worden ingevoerd. Een regeling voor dagranddistributie zou een goed instrument kunnen zijn voor de dialoog, waarbij een verbreding naar andere vraagstukken in de stedelijke distributie door het bedrijfsleven zou worden toegejuicht. Deze dialoog vindt overigens al plaats in een aantal initiatieven op het gebied van stedelijke distributie in de stadsregio. Zo is er een Platform Bevoorrading Stadsregio Amsterdam en wordt geëxperimenteerd met verruiming van de venstertijden. Omdat dagranddistributie een nauwe relatie heeft met andere vraagstukken verdient ze een prominente plaats in deze dialoog.
Jaar: 2018
Opdrachtgever: Rijkswaterstaat
Sector:
De Zorgplicht Vervoer uit de Wet milieubeheer en de Europese richtlijnen voor energiebesparing (EED) vragen van bedrijven om een berekening te maken van de huidige uitstoot van C02, NOx en fijnstof voor het vervoer van en naar het bedrijf. Dit emissie- en energiegebruiksprofiel kan worden opgesteld met behulp van een eenvoudige en krachtige rekentool. Deze is door Amsterdam Consultants ontwikkeld in opdracht van Rijkswaterstaat en via de website van Infomil beschikbaar.
Jaar: 2011
Opdrachtgever: Connekt
Sector: Divers
In opdracht van Connekt helpt Amsterdam Consultants bedrijven bij het behalen van de Lean and Green Award. Het programma Be Lean Be Green is onderdeel van het Programma Duurzame Logistiek, dat wordt uitgevoerd door Connekt. Onderdelen van het programma Duurzame Logistiek zijn onder meer Duurzame Stedelijke Distributie, Toolbox en Be Lean Be Green.
Lees meerLees minderBe Lean Be Green heeft als doel om in 2012 250 koplopende bedrijven op het gebied van duurzame logistiek te ondersteunen, die hun CO2 uitstoot in een tijdvak van 5 jaar met meer dan 20% reduceren en tegelijkertijd hun winstgevendheid verhogen.
Bedrijven kunnen koploper worden door het winnen van de Lean and Green Award. Hiervoor gelden 3 criteria:
De CO2 besparingsdoelstelling staat vast en bedraagt minimaal 20% in 5 jaar tijd ten opzichte van het basisjaar (nulmeting);
Er is een goedgekeurd Plan van Aanpak conform het voorgeschreven format waarin is vastgelegd hoe de doelstelling gerealiseerd wordt;
Er vindt periodieke monitoring plaats van de resultaten conform de gestelde eisen.
Meer informatie over het programma en de Lean and Green Award kan gevonden worden op www.duurzamelogistiek.nl
Jaar: 2010
Opdrachtgever: SenterNovem
Sector: Chemie
De Meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA/MEE) zijn convenanten tussen ondernemers en overheid over energie-efficiency. In deze convenanten kunnen naast procesefficiency ook ketenefficiency en duurzame energie worden opgevoerd.
Lees meerLees minderDe ketenenergie-efficiency kan worden verbeterd door:
Volgens het convenant MJA/MEE kunnen de deelnemers een beroep doen op Agenstschap NL voor ondersteuning. Dat kan onder meer in de vorm van een zogenaamde Gebruikersgroep. Een aantal bedrijven uit de chemie- en vervoersector hebben daar gebruik van gemaakt en Ansterdam Consultants heeft in opdracht van AgentschapNL samen met de bedrijven de mogelijkheden voor ketenefficiency onderzocht. Een modal shift van weg naar spoor was op voorhand als meest kansrijke verbetermaatregel naar voren gekomen. Gedurende de uitvoering van het project is gebleken dat dit uiteindelijk niet van de grond gekomen is. De belangrijkste redenen hiervoor waren de complexe samenwerking die voor het gebruik van spoorvervoer gewenst is en de (te) beperkte betrokkenheid van de verladers en de branchevereniging. Wel heeft dit project geleid tot vernieuwde contacten en de intentie tot samenwerking tussen de vervoerbedrijven en belangstelling vanuit andere sectoren (Margarinen, vetten en Oliën) om samen te werken ten aanzien van spoorvervoer.
Jaar: 2010
Opdrachtgever: Rijkswaterstaat
Sector: Wegvervoer
Het groot onderhoud aan de snelweg A12 tussen Utrecht en Gouda in de zomer van 2010 had kunnen leiden tot grote hinder voor beroepsvervoerders en verladers die veel van deze weg gebruik maken. Rijkswaterstaat heeft van tevoren een tool ontwikkeld waarmee bedrijven real-time reistijden op het traject kunnen opvragen. Samen met het bureau Flow Innovation heeft Amsterdam Consultants nut en noodzaak van deze tool onderzocht en een evaluatie van het gebruik ervan uitgevoerd.
Jaar: 2009
Opdrachtgever: Ministerie LNV
Sector: Agro en food
FloraHolland is van mening dat het gebruik van andere modaliteiten dan het wegvervoer voor de sector om strategische redenen en duurzaamheidoverwegingen op termijn noodzakelijk is. Het intermodaal vervoer van containers per spoor heeft de laatste jaren een sterke groei gekend. Een groot aantal shuttletreinen doet zeer frequent vele Europese bestemmingen aan. Qua prijs is deze vervoerwijze steeds meer concurrerend met het wegvervoer, onder meer dankzij maatregelen zoals de Maut en de Europese wetgeving op het gebied van rij- en rusttijden.
Lees meerLees minderIn 2010 heeft Amsterdam Consultants in opdracht van Flora Holland en met ondersteuning van het toenmalige LNV onderzoek gedaan naar de economische haalbaarheid en de milieuopbrengsten van een modal shift naar het spoor voor de bestemmingen:
Jaar: 2007
Opdrachtgever: Milieudienst DCMR
Sector: Diverse
Het project ‘Vervoermanagement bij bedrijven in de Regio Rijnmond’ van DCMR Milieudienst Rijnmond heeft als doel om de emissies van het personen- en goederenvervoer terug te dringen en de bereikbaarheid in de regio te verbeteren. De DCMR is partner in het Rotterdam Climate Initiative en draagt met het project bij aan de verbetering van de luchtkwaliteit. De DCMR wil door het stimuleren van bedrijven tevens ervaring opdoen met vervoermanagement in relatie tot het aspect Preventie uit de Wet milieubeheer. Hiertoe zijn bij in totaal 30 bedrijven, verdeeld over de stad, de regio en de haven, scans uitgevoerd en vervoerplannen opgesteld.
Lees meerLees minderBij de deelnemende bedrijven zijn mobiliteitsscans uitgevoerd voor het personenvervoer en logistieke scans voor het goederenvervoer. Bij 11 bedrijven met een eigen wagenpark of een relevante leasevloot zijn bovendien wagenparkscans uitgevoerd, gericht op een schonere vloot. De scans zijn parallel uitgevoerd door externe adviseurs. Amsterdam Consultants heeft bij 22 van de 30 bedrijven een logistieke scan uitgevoerd, EVO Advies, VCCR en het ingenieursbureau van Gemeentewerken Rotterdam zijn ook bij de uitvoering van de scans betrokken.
De resultaten van de scans zijn samengevat in één integraal vervoerplan voor het bedrijf, waarin verbetermaatregelen en de planning voor de invoering vastgelegd zijn.
Jaar: 2007
Opdrachtgever: Gemeente Zwijndrecht
Sector: Diverse
De herstructurering van de bedrijventerreinen Groote Lindt en De Geer in Zwijndrecht was aanleiding voor de gemeente en de provincie om na te gaan of er logistieke verduurzaming mogelijk is. Amsterdam Consultants heeft dit onderzocht door met de belangrijkste bedrijven te gaan praten over mogelijke verbetermaatregelen. Met name de ligging aan het water biedt kansen voor binnenvaart, terwijl ook de spooraansluiting wellicht beter gebruikt kan worden.
Lees meerLees minderDe meest concrete verbetermaatregel behelst het gezamelijk inzamelen van bedrijfsafval, waarbij voor het staalafval ook de binnenvaart gebruikt kan worden. De kansen voor intermodaal vervoer per binnenvaart zijn kleiner, doordat er in Zwijndrecht geen terminal is en de volumes bij elkaar niet voldoende. Wanneer ook de stromen uit Dordrecht meegenomen worden zijn er wel goede mogelijkheden voor het vervoer van containers per binnenvaart.
Jaar: 2007
Opdrachtgever: HVC
Sector: Afval
HVC heeft aan Amsterdam Consultants gevraagd om te helpen bij het onderzoek naar de gewenste logistieke structuur en organisatie, waarbij de te maken keuzes kwalitatief en kwantitatief onderbouwd zijn. De vervoerstromen van HVC zijn geïnventariseerd: kenmerken, herkomsten, bestemmingen, gebruikte modaliteiten, kilometers en kosten. Vervolgens zijn deze gegevens in een logistiek model gebracht en zijn er een aantal verschillende verbetermaatregelen doorgerekend. Op basis hiervan is advies uitgebracht over de meest efficiënte inzamelingsstructuur en aanvoer van afval naar de installaties van HVC.
Jaar: 2013
Opdrachtgever: Fresh Corridor
Sector: AGF
In het kader van het project Fresh Corridor is in 2009/2010 een studie uitgevoerd waarin is aangetoond dat een verbinding over water tussen Uniport en het Westland zeer wenselijk is om teelt, handel en logistiek te koppelen. Per jaar wordt via de handelsterreinen in het Westland ongeveer 9 miljoen ton groenten en fruit verhandeld. Ongeveer 25 procent hiervan betreft import uit overzeese gebieden, voornamelijk citrus, druiven, hardfruit, ananas, mango etc. Deze producten worden gelost in de Rotterdamse haven en vervolgens verder getransporteerd naar het achterland. Ongeveer dertig procent van de producten die in het Westland worden verhandeld zijn afkomstig uit overige Europese landen en 45 procent betreft Nederlands product en dan hoofdzakelijk uit het Westland.
Lees meerLees minderOm de 25 procent importfruit van de Maasvlakte naar het Westland te transporteren, wordt tot op heden gebruik gemaakt van trucks. De truckafstand van en naar het Westland bedraagt 120 km. Bij transport via water, is de truckafstand gereduceerd tot 20 km. Hierdoor kan het bedrijfsleven een lagere CO2-uitstoot realiseren, kan de servicegraad omhoog en zal de kostprijs uiteindelijk dalen. Denk daarbij aan congestie op de A15, die de komende jaren naar verwachting verder zal toenemen door geplande werkzaamheden op dit traject.
Er is een stichgting opgericht om alle partijen bij elkaar te brengen. In 2013 is een intentieverklaring ondertekend met alle deelnemers. Daarnaast zijn individuele toezeggingen voor lading toegezegd in contracten, in totaal nu voor ruim 8.000 containers. Stena Line zal een bestaande steiger aanpassen en kraancapaciteit organiseren. Als het goed is zal in 2014 de terminal operationeel zijn. Naast de importcontainers met fruit en groenten is er ook een aanzienlijke stroom met import planten en andere sierteeltproducten naar het Westland. Deze kan ook moeiteloos mee met de barge.
Jaar: 2018
Opdrachtgever: Infomil
Sector:
De Zorgplicht Vervoer uit de Wet milieubeheer en de Europese richtlijnen voor energiebesparing (EED) vragen van bedrijven om een berekening te maken van de huidige uitstoot van C02, NOx en fijnstof voor het vervoer van en naar het bedrijf. Dit emissie- en energiegebruiksprofiel kan worden opgesteld met behulp van een eenvoudige en krachtige rekentool. Deze is door Amsterdam Consultants ontwikkeld in opdracht van Rijkswaterstaat en via de website van Infomil beschikbaar.
Lees meerLees minderVoor goederenvervoer zijn er voor verschillende typen bedrijven specifieke modellen ontwikkeld, op basis van de vervoerkenmerken die bij de bedrijfstypen horen:
Type bedrijf | Vervoerkenmerken | Rekenmodel |
Verlader met regie transport | Eigen wagenpark en/of geheel of gedeeltelijk vast uitbesteed vervoer | 1 Verlader eigen wagenpark
inclusief vast uitbesteed vervoer. |
Geen eigenwagen park en geen vast uitbesteed vervoer | 4 Vervoerder deelladingen | |
Eigen binnenvaartschepen/of vaste charters | 3 Binnenvaart
-Containers
-Bulk
|
|
Verlader zonder regie transport | n.v.t | 5 Regio milieubelasting |
Vervoerder met regie transportplanning | Eigen wagenpark en/of charters | 2 Vervoerder inclusief charters |
Vervoerder zonder regie transportplanning | Eigen wagenpark en/of charters | 2 Vervoerder inclusief charters |
Terminal | Wagenpark
-Eigen en of uitbesteed
-Geen
Binnenvaartvloot -Eigen vloot en of derden
– Geen Spoortractie – Eigen en of derden – Geen |
6 Containerterminal operator
– Weg 3 Binnenvaart – Containers A Tabblad spoor – Tractie korte afstand
– Tractie lange afstand |
Binnenvaartoperator | Eigen vloot en of charters | 3 Binnenvaart
– Containers
– Bulk
|
Werkgever | Eigen vervoer medewerkers plus bedrijfsvervoer woon- werk en zakelijk verkeer | 7 Personenverkeer
– Woon- werk
– Zakelijk
|
Jaar: 2019
Opdrachtgever: Provincie Zuid-Holland
Sector:
Doel van dit project is het pragmatisch vaststellen van een gedragen visie op de agrologistiek in de Zuidvleugel. Benoemen en onderbouwen van strategische keuzes voor versterking en verduurzaming van de agrologistiek in de Zuidvleugel.
De logistieke strategie maakt duidelijk welke initiatieven en ontwikkelingen in de Zuidvleugel in aanmerking komen voor ondersteuning door de provincie Zuid-Holland.
Lees meerLees minderIn 2007 is onder andere met steun van de provincie Zuid-Holland het project Fresh Corridor gestart, met het doel het vervoer van groenten en fruit met de binnenvaart op gang te brengen tussen het Rotterdams havengebied en de belangrijkste productiegebieden en logistieke centra, waaronder Venlo, Vlissingen, Fruitpact Betuwe en Antwerpen. In 2013 heeft de provincie samen met de ministeries van I&M en EZ onderzoek gedaan naar versterking van de relatie Greenports-Mainports.
Sindsdien is er veel veranderd in de logistiek en de agrobusiness: de Coolport in de Waal-Eemhaven is er gekomen, de terminals op tweede Maasvlakte zijn in gebruik, circa 75% van de reefers landt nu aan op de Maasvlakte, de containerisatie is bijna volledig, de concentratie (fusies/overnames) aan de kant van verladers heeft zich doorgezet en het economisch tij heeft zich ten gunste gekeerd.
Er is veel tijd en energie gestoken in pogingen om reefers met groenten en fruit vanaf de zeehaven naar de agroclusters met de binnenvaart ter vervoeren. De eerste containers bestemd voor Barendrecht gingen via de Ridderhaven. Vervolgens zijn er binnenvaartverbindingen voor vers tot stand gebracht voor Venlo en Medel. De veel belovende verbinding voor het Westland via Hoek van Holland is er niet gekomen. Voor het alternatief via de Zevenmanshaven (Vlaardingen) lijkt er onvoldoende draagvlak te zijn bij de leden van de stichting Coolport Westland. In de tussentijd zijn ook de Control Towers op het toneel verschenen en claimen een rol in de modal shift en een onafhankelijk aanbod breder aanbod van terminals.
Er is gesproken met in totaal 20 verschillende stakeholders:
– Handelsbedrijven AGF Greenport West-Holland
– Deepsea-reder en -terminal
– Bargeoperators en -terminals
– Railoperators en -terminals.
– Adviseur initiatief HRT Bleiswijk
– Havenbedrijf Rotterdam
– Provincie Zuid-Holland
Op de agenda stond:
– Binnenvaartnetwerk en congestie Maasvlakte
– Belang multimodale verbindingen en modal shift
– Railterminal initiatief Bleiswijk en alternatief RSC
– Coolport positie en perspectief
– Duurzaamheid
– Rol HBR en PZH
De belangrijkste conclusies en aanbevelingen zijn:
Coolport optillen en oprekken
– Sleutelspelers vanuit haven en Greenport West-Holland selecteren en gesprek starten over functie en organisatorische inrichting Coolport
Premium railterminal voor vers:
– Business case vanuit RSC (Hupac) uitwerken. Vaststellen wat nodig is om premium railterminal en spoorproduct voor vers te realiseren.
– Initiatieven voor shift naar spoor van importstromen Spanje ondersteunen.
Afhandeling Maasvlakte verbeteren:
– Vaarschema opstellen in overleg met verladers, barge- en terminaloperators.
Verduurzaming:
– Identificeren, plannen en monitoring logistieke verduurzaming.
Jaar: 2018
Opdrachtgever: ADM, Huntsman, Kemira, Cabot
Sector: Chemie, Eetbare olien
De Zorgplicht uit de Wet milieubeheer vraagt aan bedrijven om de emissies van al het verkeer en verkeer en vervoer in kaart te brengen en aan te tonen dat er alles aan wordt gedaan om deze emissies zo laag mogelijk te houden. DIt kan onder andere gevraagd worden door de omgevingsdiensten in het kader van een revisie of vernieuwing van de milieuvergunning. Amsterdam Consultants heeft een aanpak en rapportageformat ontwikkeld dat aansluit bij de Herziene Handreiking Vervoermanagement. Deze aanpak is gevolgd bij het opstellen van besparingsplannen vervoer voor onder meer de chemie- en foodbedrijven in de regio Rotterdam, waaronder Cabot, Kemira, Huntsman, Organik Kemya en ADM.
Lees meerLees minderDe Wet milieubeheer biedt de mogelijkheid voor het bevoegd gezag een bedrijf aan te spreken op de milieuhinder die wordt veroorzaakt door het vervoer van en naar de inrichting. Het gaat dan met name over de emissies van schadelijke stoffen als NOx, PM10 (fijnstof), CO2, alsmede geluidhinder. Voor veel productie-, overslag en handelsbedrijven leidt de aan- en afvoer van goederen tot een grote hoeveelheid vervoerbewegingen, zowel over de weg als met andere modaliteiten.
Amsterdam Consultants is door het toenmalig Ministerie van Verkeer en Waterstaat in het kader van het programma Transactie/Modal shift gebrevetteerd om bedrijven te ondersteunen bij hun onderzoek naar verbetermaatregelen in het goederenvervoer. Meer dan 100 vervoerplannen zijn door ons samen met de bedrijven opgesteld. Sinds 2008 werken we mee aan het project ‘Vervoermanagement bij bedrijven in de regio Rijnmond’, waar bij 50 bedrijven goederenvervoerscans zijn uitgevoerd, in opdracht van DCMR Milieudienst Rijnmond en de Stadsregio Rotterdam. Met een dergelijke scan wordt in samenwerking met het bedrijf nagegaan welke efficiencyverbeteringen in de logistiek mogelijk zijn en worden de effecten van verbetermaatregelen doorgerekend. Naast grote milieubesparingen zijn er vaak ook bedrijfseconomische voordelen te realiseren.
De resultaten van een vervoerscan worden vastgelegd in een ‘Besparingsplan vervoer’. Hierin staan de verbetermaatregelen beschreven, alsmede de effecten op milieu en mogelijke kostenbesparingen. Dit plan kan dienen als bijlage bij de milieuvergunning, waarmee het bedrijf aantoont dat ze haar best doet om de negatieve gevolgen van het vervoer dat gegenereerd wordt zoveel mogelijk te beperken. Omdat logistiek van grote invloed is op de bedrijfsvoering van een onderneming kan geen standaardaanpak worden gevolgd en dient per bedrijf (inrichting) te worden onderzocht wat de (on)mogelijkheden zijn.
Door het bevoegd gezag is in 2017 en 2018 aan diverse bedrijven in de chemie en foodsector gevraagd om een onderzoek uit te voeren naar vermindering van de milieuhinder door goederenvervoer en personenverkeer, waarbij ook de vervoerstromen en hun emissies in kaart gebracht moeten worden.
Aanpak project en planning en kosten
Voor het opstellen van een besparingsplan zijn de volgende activiteiten uitgevoerd:
– analyse van de door de bedrijvenaan te leveren vervoerstroomgegevens
– bouw van een vervoermodel, dit model blijft eigendom van het bedrijf
– bepalen emissie- en energieverbruiksprofiel
– vaststellen mogelijkheden voor besparing, reductie en verschoning
– doorrekenen effecten met het vervoermodel
– motiveren afgewezen maatregelen
– opstellen van het Besparingsplan conform het format van de Handreiking voor personen- en goederenvervoer
©2022 - Amsterdam Consultants | Omloop 7 - 1871AR Schoorl - Nederland | M: 06 51427683 | M: 06 12085533